
Licht en beeld
- Ik kan uitleggen dat licht zich in een rechte lijn voortplant.
- Ik kan voorbeelden geven van een evenwijdige, divergerende en convergerende lichtbundel.
- Ik kan uitleggen hoe schaduw ontstaat bij een lichtbron en een voorwerp.
- Ik kan uitleggen waarom sommige voorwerpen kleur hebben (bijvoorbeeld door het weerkaatsen of absorberen van licht).
- Ik kan aangeven dat er ook onzichtbare straling is, zoals infrarood en ultraviolet, en ik weet een paar voorbeelden waarbij dat wordt gebruikt.
Lenzen en spiegels
- Ik kan een bolle en een holle lens herkennen en benoemen.
- Ik kan uitleggen wat een bolle lens doet met lichtstralen (convergeren).
- Ik kan uitleggen hoe een vlakke spiegel werkt en dat de beeldafstand gelijk is aan de voorwerpsafstand.
Beeldvorming bij het oog
- Ik kan in een eenvoudige tekening uitleggen hoe het oog beelden vormt.
- Ik weet wat bijziend en verziend betekent en welk soort lens daarbij hoort.
- Ik kan uitleggen hoe een bril of contactlens het zicht kan verbeteren.
- Teacher: Site Owner